Op bijvoorbeeld één A4-velletje papier (van 21 bij 30 cm) kan wel een kilometers lange lijn getekend worden.
Dat lukt als de lijn maar genoeg kronkelt.
Van een parallellogram kun je een rechthoek maken.
Voor de oppervlakte van een parallellogram zijn alleen de basis en de hoogte van belang; niet hoe groot de hoeken zijn.
Deze parallellogrammen hebben gelijke oppervlakte.
Je kunt bij een parallellogram voor de basis uit twee zijdes kiezen; de bijbehorende hoogte staat daar loodrecht op.
De oppervlakte is basis × hoogte.
Een vlieger is een halve rechthoek.
De oppervlakte van een vlieger is × korte diagonaal × lange diagonaal.
Een driehoek is een half parallellogram.
Voor de oppervlakte van een driehoek zijn alleen de basis en de hoogte van belang; niet hoe groot de hoeken zijn.
Deze driehoeken hebben gelijke oppervlakte.
Je kunt bij een driehoek voor de basis uit drie zijdes kiezen; de bijbehorende hoogte staat daar loodrecht op.
De oppervlakte is × basis × hoogte.
De oppervlakte van een cirkel met straal is en de omtrek is .
Een trapezium kun je opsplitsen in een parallellogram plus een driehoek.
Je kunt een trapezium ook verdelen in twee driehoeken.