Ademen
Als je gewoon, zonder erop te letten, ademhaalt, doe je
dat ongeveer keer per minuut. Elke keer adem je ongeveer 'n halve liter lucht in en uit.
Kloppen deze gegevens met de grafiek hierboven (de longinhoud in liters, de tijd in seconden)?
Teken er op het werkblad nog een ademhalingscyclus bij.
Hierboven en op het werkblad staat één cyclus van de grafiek bij diep ademen.
Teken hem op het werkblad verder.
Als een stuk grafiek zich steeds weer precies herhaalt, spreken we van een periodieke grafiek. De tijdsduur van het zich herhalende stuk heet de periode. Een periodieke grafiek verandert dus niet als je hem horizontaal over één periode verschuift, naar links of naar rechts.
Hoe lang is de periode bij gewoon ademen? En bij diep ademen?
De gemiddelde longinhoud is liter.
Welk percentage wordt daarvan per ademhaling ververst bij gewoon ademen? En bij diep ademen?
Een vlinderslagzwemster zwemt in seconden een -meter bassin over. Haar trainer telt het aantal slagen: . Elke twee slagen haalt de zwemster diep adem.
Wat is de periode van de bijbehorende ademhalingsgrafiek?
Maak op het werkblad een schets van de grafiek.
Het ademen in opgave 2 is periodiek. Het aantal minuten dat het basispatroon duurt, is de periode van het ademen. De grafiek van het ademen kun je opbouwen door steeds weer het basispatroon te herhalen.
Als een stuk van de grafiek van een functie zich steeds weer precies herhaalt, spreken we van een periodieke functie. De lengte van het kleinste zich herhalende stuk (op de -as) heet de periode. De grafiek van een periodieke grafiek verandert dus niet als je hem horizontaal over één periode verschuift, naar links of naar rechts.
De naaipatronen van opgave 1 zijn ook periodiek.
Een kabelbaan
Van het grondstation loopt een kabelbaan naar de top
. Voortdurend pendelt er een gondel heen en weer.
Een enkele reis duurt minuten; de wachttijden in
en bedragen elk minuten.
ligt op meter boven de zeespiegel;
ligt op een hoogte van meter.
De hoogte rekenen we in meters boven de zeespiegel, de tijd in minuten.
Teken de tijd-hoogte-grafiek. Neem aan dat de gondel op tijdstip uit vertrekt en gelijkmatig stijgt en daalt.
Wat is de periode van de beweging?
Geef de eerste vijf tijdstippen na , waarop de hoogte meter is.
Hoe hoog is de gondel op tijdstip ?
De hoogte na minuten noemen we (meter). De functie ken je helemaal als je hem voor de tijdsduur van één periode kent. Een periode valt uiteen in vier stukken: minuten stijgen, minuten in wachten, minuten dalen, minuten in wachten.
Geef een formule voor
als ;
als ;
als ;
als .
Er is nog een tweede gondel, met dezelfde reis- en wachttijden. Als de eerste gondel uit vertrekt, vertrekt de tweede gondel uit .
Teken in de figuur van opgave 3a de tijd-hoogte-grafiek van deze tweede gondel.
De tweede gondel maakt precies dezelfde beweging als de eerste, maar dan een vaste tijdsduur later.
Hoeveel minuten later?
is de hoogte van de tweede gondel op tijdstip .
Vul in: .
Er is een eenvoudige manier om de hoogte van de tweede gondel op een tijdstip uit te rekenen als je de hoogte van de eerste gondel op dat tijdstip kent.
Wat is als ?
Wat is als ?
Wat is als ?
Als je de hoogte voor een zeker tijdstip kent, ken je de hoogte voor datzelfde tijdstip ook.
Hoe dan?
Een beweging heet periodiek met periode 30 minuten als:
de situatie op elk moment precies dezelfde is als minuten daarvoor,
er geen kleinere positieve tijdsduur is dan minuten met deze eigenschap.
Als een voorwerp trilt, brengt het geluid voort. De toonhoogte
wordt bepaald door het aantal trillingen per seconde:
de frequentie. Voor het menselijk oor zijn trillingen
waarneembaar met frequenties van ca. trillingen per
seconde (dat klinkt heel laag) tot ca. trillingen per
seconde (dat klinkt heel hoog). Geluidstrillingen kunnen
als golven op een oscilloscoop zichtbaar gemaakt worden.
De fijnere schommelingen binnen een trilling bepalen
de klank. De hoogte van de golven bepaalt het volume.
De trompet en de klarinet spelen dezelfde noot (dat is de
toonhoogte).
Waaraan zie je dat? Wat is de frequentie ongeveer?
Klinkt de viool hoger of lager? Waarom?
In het telefoonboek van 1985 zijn de zes telefoontonen grafisch weergegeven. Van de eerste verbindingstoon is de periode seconden.
![]() |
![]() |
Wat is de periode van elk van de andere tonen?
Geef de periode van de volgende periodieke "bewegingen". Sommige periodes moet je schatten.
De beweging van de aarde om de zon.
De menstruatiecyclus van de vrouw.
De hartslag van een gezonde mens in rust.
Het draaien van de grote wijzer van de klok.
Het draaien van de kleine wijzer van de klok.
De getijdebewegingen van zeeën en oceanen.
Weet je nog andere periodieke bewegingen? Denk bijvoorbeeld aan sport, verkeer, ziektes, klimaat, seizoenen. De periodes mogen best een beetje onzeker zijn.
In ons hart bevinden zich twee pompen: één voor zuurstofarm
bloed dat naar de longen gepompt wordt, en één
voor zuurstofrijk bloed dat naar alle delen van het lichaam
gaat. Elke pomp bestaat uit twee delen die beurtelings
samentrekken: de boezem en de kamer. Dit samentrekken
gaat gepaard met elektrische ontladingen van de
hartspier. Een elektrocardiogram (ECG) geeft de elektrische
activiteit van het hart weer. Deze wordt op verschillende
plaatsen van het lichaam gemeten.
Er zijn drie fasen
te onderscheiden: de prikkeling van de boezem (I),
de prikkeling van de kamer (II) en de ontspanning van de
kamer (III). In figuur 1 zie je een cardiogram. De tijd is er
in seconden bij aangegeven.
![]() figuur 1
|
![]() figuur 2
|
Bereken de hartslag (het aantal slagen per minuut) bij dit cardiogram.
In figuur 2 staat het cardiogram van een een patiënt met een pacemaker
Bereken de hartslag bij het cardiogram.
Hieronder en op het werkblad is de grafiek van een functie getekend. De grafiek bestaat uit een stuk dat zich steeds weer herhaalt.
Kleur een zo kort mogelijk stuk van de grafiek dat zichzelf herhaalt. Het begin mag je zelf kiezen.
Kleur nog een echt ander zichzelf herhalend stuk, zo kort mogelijk.
Wat is de periode van de functie in deze opgave?
Als een periodieke functie is met periode 3, dan
geldt voor elke :
.
Zaagtand
Hieronder is een "zaagtand"-grafiek getekend, die naar
links en naar rechts oneindig ver door loopt. De bijbehorende
functie noemen we .
Wat is de periode van ?
De grafiek van heeft twee typen symmetrie-assen.
Teken van elk type één symmetrie-as.
Er geldt: en .
Gebruik dit samen met de symmetrie en de periodiciteit van de functie om het volgende te berekenen: , , , , en .
Er geldt: .
Geef de eerste coördinaat van de punten op de stijgende stukken van de grafiek met:
en .
Geef ook de eerste coördinaat van de punten op de dalende stukken van de grafiek
met: en
.
Voor welke tussen en geldt: ?
Voor welke tussen en geldt: ?
Voor welke tussen en geldt: ?
De regelmaat van de vier grafieken hieronder zet zich naar beide kanten voort.
Zijn de bijbehorende functies periodiek?
is een periodieke functie met periode . Hiernaast zie je (een deel van) de grafiek van . Gegeven is: en .
Voor welke met geldt: ?
Verder is gegeven: (de minimale waarde van de functie).
Voor welke met geldt: ?
Hieronder zie je de gemiddelde getijkromme te Vlissingen (boven) en IJmuiden (naar het boekje Getijtafels voor Nederland, 1985).
De waterstand is vermeld in cm boven NAP, de tijd in uren ( uur = uur en minuten).
Wat is de periode van de getijdebeweging van de zee?
Noem een paar verschillen tussen de twee getijkrommen.
De grafieken "golven" regelmatig om de gemiddelde zeestand. Toch hebben de golven iets onregelmatigs.
Noem een onregelmatigheid.
Op 7 februari 1985 was het om precies uur 's ochtends hoogwater te Vlissingen.
Hoe laat zal het hoogwater geweest zijn te Vlissingen op 8 februari 1985? (Twee tijdstippen.)