Breuken zijn uitkomsten van deelsommen.
Bijvoorbeeld . Spreek uit: drie zevende.
Van de breuk heet 5 de teller en 8 de noemer.
Sommige breuken kun je eenvoudiger schrijven, andere niet. Eenvoudiger schrijven gaat zo: , .
Als je wilt omschrijven naar een breuk dan is de teller en 100 de noemer, want deel.
Handig is om een verhoudingstabel te maken.
teller |
|
75 |
3 |
noemer |
100 |
400 |
16 |
.
Als je breuken optelt of aftrekt, moet je er voor zorgen dat de noemers gelijk zijn. Dan mag je de tellers optellen of aftrekken.
Met een dobbelsteen werp je 1 op de 6 keer 4 ogen. De kans op 4 ogen is dus .
Met behulp van het rooster kun je de kans berekenen dat de som van
de ogen op twee dobbelstenen 7 is.
Die kans is .
Om van breuken (delen) naar procenten te gaan, is het handig om eerst de breuk om te rekenen naar honderdsten. Dat doe je met een verhoudingstabel.
teller |
4 |
400 |
|
noemer |
13 |
1300 |
100 |
deel van deel is .
Als je breuken vermenigvuldigt, vermenigvuldig je de tellers met elkaar en de
noemers met elkaar.
In wiskundetaal: .
Als getallen niet als een breuk geschreven zijn en je wilt vermenigvuldigen,
maak je eerst breuken van die getallen.
Een stroomdiagram van klas 1 en 2 van een MHV-school.
Het deel dat in 2M terecht komt: .
In plaats van een stroomdiagram te maken kunnen we de gegevens van klas 2 ook weergeven in een staafdiagram en een cirkeldiagram.
Het omgekeerde van is ; 0 heeft geen omgekeerde.
Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde van die
breuk.
DELEN DOOR MAAL .