Dit patroon is een vlakvulling van vierkantjes. De bedoeling is dat het patroon naar alle kanten oneindig ver doorloopt; er is dus maar een stukje van het hele patroon getekend.
Draai het patroon in gedachten om totdat de vierkantjes precies op het oude patroon passen.
Over hoeveel graden heb je gedraaid?
Als je de vraag moeilijk vindt, trek het patroon dan over op ruitjespapier, zet je passerpunt op en draai het vel tot de vierkantjes weer op elkaar passen.
Er zijn ook draaipunten waarbij de vierkantjes al na draaien op elkaar passen.
Waar liggen die draaipunten? Er zijn twee echt verschillende mogelijkheden.
Het punt is voor het patroon niet interessant: je moet om draaien om het patroon weer op zichzelf te laten passen.
Het patroon van elkaar rakende, even grote cirkels staat ook op het werkblad.
Hoeveel echt verschillende draaipunten zijn er? Geef ze aan op het werkblad. Van welke orde zijn ze?
Het patroon is ook spiegelsymmetrisch.
Hoeveel echt verschillende spiegelassen zijn er? Teken ze op het werkblad.
Deze vlakvulling staat ook op het werkblad.
Zoek alle echt verschillende draaipunten.
Vermeld bij elk van die draaipunten de orde van draaisymmetrie.
De tekenaar M.C. Escher ontwierp een vlakvulling van hagedisjes. Die staat ook op het werkblad.
Geef bij het gekleurde hagedisje met een dikke stip aan, om welke punten je het hagedisje kunt draaien zodat het een buur-hagedisje bedekt.
Vermeld bij elk van die draaipunten de orde van draaisymmetrie.