$5$

Na $3\frac{1}{2}$ seconde, dan $a\approx \mathrm{4,9}$, exact: $\sqrt{\mathrm{24,5}}$.

Zie plaatje, $a=\sqrt{34}$, $w=4a+4$, dus $w=4+4\sqrt{34}\approx \mathrm{27,3}$

Als $h\approx \mathrm{4,2}$.

iets meer dan $6$ cm

$\mathrm{0,5}=\mathrm{0,2}\sqrt{k}\iff \sqrt{k}=\frac{\mathrm{0,5}}{\mathrm{0,2}}=\mathrm{2,5}$, dus $k=\mathrm{6,25}$.

Korter; de steen valt steeds sneller.

Ongeveer $80$ meter.

$\mathrm{0,45}\sqrt{h}=4\iff \sqrt{h}=\frac{4}{\mathrm{0,45}}\approx \mathrm{8,89}$, dus $h\approx {\mathrm{8,89}}^2\approx \mathrm{79,01}$ m

De grafiek loopt steeds minder steil.

$\frac{1}{60}\sqrt{316.715}\approx \mathrm{9,4}$, dus $9$ vertegenwoordigers

$3$ keer zoveel.
Als een getal $9$ keer zo groot wordt, wordt de wortel van dat getal $3$ keer zo groot: $\sqrt{9a}=\sqrt{9}\cdot \sqrt{a}=3\sqrt{a}$.