1

2

a

b

3

a

b

c

Afnemende stijging: de knopspelden liggen alle boven de $x$ -as, maar worden wel korter.

d

Afnemende daling: de knopspelden liggen onder de $x$ -as en worden korter.

e

Toenemende daling: de knopspelden liggen onder de $x$ -as en worden langer.
Toenemende stijging: de knopspelden liggen boven de $x$ -as en worden langer.

4

a

Grafiek 1 en 4.

b

Grafiek 3.

c

1: Amsterdam, 2: Pretoria, 3: Paramaribo, 4: Moskou, 5: Sidney

5

a

Afnemende stijging.

b

dag	eerste	tweede	derde	vierde	vijfde
toename straal (in km)	$10$	$4$	$3$	$3$	$2$

c

d

dag	eerste	tweede	derde	vierde	vijfde
straal (in km)	$10,00$	$14,14$	$17,32$	$20,00$	$22,36$
opp. (in km²)	$314$	$628$	$942$	$1267$	$1571$
toename opp. (in km²)	$314$	$314$	$314$	$315$	$314$

e

De staafjes in het toenamediagram zijn (bijna) allemaal even lang.

f

$10 \cdot 314 = 3140$ km²

g

$r^{2} = \frac{3140}{π} \Rightarrow r = \sqrt{\frac{3140}{π}} = 31,61$ km

h

Ja, want de hoeveelheid olie die per uur uit het schip lekt is ook constant en de olievlek is (waarschijnlijk) overal even dik.

6

a

Zie einde paragraaf.

b

Zie einde paragraaf.

c

De strepen verschillen steeds $2$ in lengte.

7

a

Zie einde paragraaf.

b

Zie einde paragraaf.

c

De strepen zijn alle even lang.

8

a

Zie einde paragraaf.

b

Zie einde paragraaf.

c

De eindpunten van de strepen liggen op een rechte lijn.

9

a

b

Bij de getekende grafiek hierboven: bij $x = 2$ . Maar het kan ook net vóór of ná $x = 2$ zijn! Dus: het maximum zit ergens rondom $x = 2$ .

c

In de getekende grafiek hierboven net na $x = 6$ , maar het kan ook precies bij $x = 6$ zijn of er net vóór. Dus: het minimum zit ergens rondom $x = 6$ .