kleiner
groter
Noem die hoek α, dan , dus .
in de richting van de snijlijn
in de richting van de vouwlijn
-
-
Zie figuur hieronder.
in de richting van ;
waar ; waar ; waar
tussen en .
Zie figuur. Noem de gevraagde hoek α. Neem aan dat het midden van het grondvlak is en het midden van het bovenvlak, dan , dus de gevraagde hoek is .
Als het midden van en van , dan is het hoek , die is .
![]() figuur bij opgave 48a
|
![]() figuur bij opgave 49a
|
Zie figuur. Het midden van vierkant noemen we en het midden van noemen we , dan is de gevraagde hoek , dus de gevraagde hoek is .
Zie figuur. Het midden van ribbe noemen we en het midden van vierkant is . Dan is de gevraagde hoek, dus .
![]() figuur bij opgave 50a
|
![]() figuur bij opgave 50b
|
Neem het regelmatige viervlak heeft hoekpunten , , en en de ribben hebben lengte . Het midden van noemen we , dan is de standhoek hoek . De driehoek is gelijkbenig met zijden en . Noem de standhoek α dan is , dus α.
De hoek uit opgave 51a is samen met de hoek uit opgave 50b .
De driehoeken en zijn gelijkvormig (beide driehoeken hebben hoek gemeenschappelijk en beide hebben een rechte hoek). Dus: , dus . Dus .
Het midden van noemen we . De zijden van driehoek zijn dan , en , dus is een -graden driehoek, de gevraagde hoek is dus exact .
De oppervlakte van het grondvlak is . Noem de gevraagde hoogte , dan , dus .
Noem de top van het bouwsel , het midden van de lange zijde van een geodriehoek en de projectie van de top op het grondvlak , dan is de gevraagde hoek de hoek . Noem die α, dan , dus .
waar; waar; niet waar
Zie de figuur links. α is hoek ; die hoek is , want driehoek is gelijkzijdig.
Zie de figuur rechts. β is hoek . Ergeldt: , dus .
.
is een richtingvector van lijn , dus . Invullen in een vergelijking van geeft , dus .
, dus .
Een normaalvector van vlak is en een normaalvector van vlak is . Noem de hoek tussen die twee vectoren α, dan , dus (in graden nauwkeurig) .
Normaalvectoren van de vlakken zijn en . Noem de hoek tussen de vectoren β, dan , dus .
Noem die hoeken achtereenvolgens α, β en γ.
, dus
;
,
dus ;
,dus
.
Dat is de hoek die met maakt. Die is:
Vlak is evenwijdig met de -as en snijdt de
andere coördinaat-assen in en
.
Een vergelijking van vlak is dus:
, dus een normaalvector:
.
Een vergelijking van vlak is:
, dus
een normaalvector is . De hoek tussen de vlakken noemen we
δ, dan , dus
.
Een vergelijking van vlak is , dus een normaalvector is: .
Een richtingsvector van lijn is
.
De hoek die lijn uit het lood staat noemen we β dan , dus
en de gevraagde hoek is
.
en
Noem de gevraagde hoek α. Lijn heeft richtingsvector en vlak heeft normaalvector ,, dan , dus . De gevraagde hoek is dus .
Noem de gevraagde hoek β, dan is β de hoek tussen de vectoren en , dus , dus . De gevraagde hoek is
; uit volgt dan dat .
Oppervlakte driehoek .
De inhoud van viervlak .