18.4 Gemiddelde >

Hoofdstukken > Cijfers in orde

Tijdgrafieken

Immigratie: Nederland in
Emigratie: Nederland uit

Omdat er elk jaar geteld is, en de losse punten zijn daarna met rechte lijntjes verbonden.

Omdat emigratie de Nederlandse bevolking doet afnemen.

Tussen 20212 en 2017

$235.000 - 155.000 = 80.000$ mensen

In 2003 en 2007

60.000?

"Totaal" is de som van "uit buitenland" en "uit binnenland" .

Er is per maand geteld. De twaalf stippen zijn daarna verboden door rechte lijntjes. Er is dus een stip bij april en een stip bij mei; het lijntje daartussen heeft geen betekenis.

4 miljoen in 31 nachten, dus ongeveer 30.000 per nacht

Dat komt door de meivakantie in Nederland.

Te laag

$‐ 2, ‐ 1 \frac{1}{2}, ‐ 1,0,1,3,7 \frac{1}{2},9 \frac{1}{2},3,2, ‐ 1, ‐ 1 \frac{1}{2}$

$19 : 12 \approx 1,58$

Door 1,58 bij de schatting 5 op te tellen. Dus 6,58 miljoen overnachtingen per maand.

De oppervlakte van het gebied boven de grafiek en onder de gemiddeldelijn is gelijk aan de oppervlakte van het gebied onder de grafiek en boven de gemiddeldelijn.

Het gemiddelde berekenen

7,5 jaar

5,0 jaar

$5 \cdot 906 =$ 370.048, de gemiddelde leeftijd is dan $\frac{370.040}{8848} \approx 41,8$ .

Het totaal aantal 'punten' voor de meisjes is $18 \cdot 8,4 = 151,2$ en van de jongens $12 \cdot 6,0 = 72,0$ , dus het gemiddelde is: $\frac{18 \cdot 8,4 + 12 \cdot 6,0}{30} = \frac{151,2 + 72,0}{30} = 7,44$ .
Of: $\frac{18}{30} \cdot 8,4 + \frac{12}{30} \cdot 7,0 = 7,44$ .

Nee, want je weet niet hoe de verhouding van het aantal voldoende en het aantal onvoldoende cijfers is.

$(20 \cdot 7,4 + 10 \cdot 3,2) : 30 = 6$

Meer jongens want het gemiddelde van de klas ligt dichter bij het gemiddelde van de jongens.

Noem dat aantal $x$ , dan $7,3 x + 6,8 (25 - x) = 7,04 \cdot 25$ , dus $0,5 x + 170 = 176$ .
Er zitten 12 meisjes in de klas.

Noem het aantal meisjes $x$ en het aantal jongens $y$ .
Dan $7,4 x + 6,8 y = 7 (x + y)$ , dus $0,4 x = 0,2 y$ , dus $y = 2 x$ , dus de verhouding van het aantal meisjes tot het aantal jongens is 2:1.

13 keer (waarvan 3 op het randje) naar beneden en 11 keer (waarvan 4 op het randje) naar boven.

De hoogste gemiddelde jaartemperatuur was ${11,8}^{o} C$ in 2023 en de laagste ${7,8}^{o} C$ in 1963.
De spreidingsbreedte is het verschil, dus ${4,0}^{o} C$

Ongeveer goed. De oppervlakte van de balkjes die boven 10 uitsteekt is ongeveer gelijk aan de oppervlakte die de balkjes tekort komen.

Opgeteld zijn de afwijkingen: -2,5.
Gemiddelde afwijking -0,125

Het gemiddelde van de gemiddelde jaartemperaturen is $11 + ‐ 0,125 = 10,875$ $° C$ .

Nem dat aantal $x$ , dan