Het volgende is te vinden in hoofdstuk 5 De kracht van vectoren van 4vb deel2, of op
internet
.
Gegeven is de vector .
De vectoren en staan loodrecht op
en zijn even lang als .
Als je linksom over draait, krijg je ;
als je rechtsom over (met de wijzers van de klok mee) draait, krijg je
.
Waarom dat zo is, zie je in het plaatje.
( en zijn de lengten van zijden waar ze bij staan.)
Gegeven zijn twee vectoren en . Met het parallellogram opgespannen door en bedoelen we het parallellogram waarbij het punt is met plaatsvector .
In het volgende bekijken we hoe je de oppervlakte van het parallellogram opgespannen door en met behulp van de kentallen van hun kentallen kunt berekenen.
In de figuur hieronder zijn en roosterpunten. In de laatste twee roosters zijn de rollen van en verwisseld ten opzichte van de eerste twee.
Bereken de oppervlakte van het parallellogram opgespannen door de vectoren en exact.
Bereken in de vier gevallen .
Er lijkt een verband te bestaan tussen de oppervlakte van het
parallellogram opgespannen door en
en het inproduct van
en .
Dit bekijken we in de volgende opgave.
We gaan er vanuit dat en
een echt parallellogram opspannen.
De hoek tussen en
noemen we α.
Je draait over de kleinste hoek van naar .
Als je linksom moet draaien, dan ,
als je rechtsom moet draaien, dan .
Ga na dat dit in de vier gevallen in de figuur klopt.
De oppervlakte van een parallellogram is , waarbij
en twee aanliggende zijden van het
parallellogram zijn en β de hoek tussen die zijden, zie hoofdstuk 2 paragraaf 5 van 4vb deel 1, ook op
internet
te zien
De oppervlakte van het parallellogram opgespannen
door en
is
als
en
als
.
Toon dat aan.
Als en , dan is .
Ga dat na.
Gegeven zijn de vectoren en
.
Draai over de kleinste hoek om naar , zie figuur.
Als dat linksom is, noemen we het paar vectoren
positief georiënteerd;
als dat rechtsom noemen we het paar negatief georiënteerd.
Met de determinant van het paar ook wel de georiënteerde oppervlakte van het parallellogram opgespannen door bedoelen we
de oppervlakte van dat parallellogram als het paar positief georiënteerd is,
het tegengestelde van die oppervlakte als het paar negatief georiënteerd is.
We noteren dit als , de determinant van .
Stelling 1
.
In plaats van schrijven we vaak .
Een roosterdriehoek is een driehoek waarvan de hoekpunten roosterpunten zijn.
Bereken de oppervlakte van de twee parallellogrammen van opgave 74 met een determinant.
Gegeven zijn de punten , en .
Bereken de oppervlakte van driehoek met een determinant.
Als je de oppervlakte van een roosterdriehoek met vermenigvuldigt, krijg je een geheel getal.
Leg dat uit.
De oppervlakte van een roosterdriehoek is minstens .
Bereken , , en .
We veranderen de eerste determinant: we vermenigvuldigen de eerste kolom met ; je krijgt: .
Kun je zonder veel te rekenen zeggen hoe groot de determinant nu is?
De eerste twee determinanten hebben de tweede kolom hetzelfde. We tellen de eerste kolommen op:
Bereken de determinant die je zo krijgt.
Neem aan .
Wat is dan ?
Als een roosterdriehoek een inwendig roosterpunt heeft, is zijn oppervlakte minstens .
Toon dat aan.
Op de zijde van een roosterdriehoek ligt een roosterpunt. Dan is de oppervlakte van de driehoek minstens .
Toon dat aan.
artikelvan de Delftse wiskundige Dion Gijswijt.
Eigenschappen van de determinant
en
afhankelijk.
Je kunt de eigenschappen 1 tot en met 4 van de determinant ook 'meetkundig' bewijzen. Daar kijken we in de volgende opgave naar.
In de figuur hiernaast zijn de vectoren , , en getekend.
Laat met behulp van de figuur zien dat .
Laat met een plaatje zien dat .
Met alleen de eigenschappen 1 tot en met 4 van de determinant hierboven en de definitie , kun je de formule in stelling 1 ook vinden. Dat doen we in de volgende opgave.
We schrijven en
, dan
en
.
Er geldt:
.
Ga dat na.
Er geldt: , , en .
Leg dat uit.
Dus .
Gegeven is de lijn met vergelijking en de punten
en .
Op ligt een punt , zó, dat de oppervlakte van driehoek
is.
Bereken de coördinaten van .
Definitie
![]() figuur 1
|
![]() figuur 2
|
Je hebt een rijtje van drie vectoren niet in één vlak.
We gaan de determinant van dit drietal definiëren.
Daarvoor spreken we eerst een oriëntatie af.
Leg je duim in de richting van
en je wijsvinger in de richting van .
Als de middelvinger van je rechterhand in de richting van kan wijzen, noemen we het rijtje
positief georiënteerd en anders (dus als je je linkerhand nodig hebt) negatief georiënteerd, zie figuur 1.
Als de vectoren ,
en
niet in één vlak liggen, bedoelen we met het parallellepipedum opgespannen door
die drie vectoren het parallellepipedum in figuur 2 en met de determinant
de inhoud van dat parallellepipedum als positief georiënteerd is en anders het tegengestelde van die inhoud. Als
,
en
in een vlak liggen, dan
.
Gegeven een drietal vectoren . Die kun je op manieren rangschikken. Neem aan dat positief georiënteerd is.
Geef de oriëntatie van de andere vijf.
Eigenschappen van de determinant in dimensie 3
,
en
afhankelijk
Evenals in dimensie 2 kun je uit deze eigenschappen een formule afleiden waarmee je de inhoud van het parallellepipedum opgespannen door
kunt berekenen uit de kentallen van die drie vectoren.
Dat is het onderwerp van het vervolg. Maar eerst bewijzen we de eigenschappen hierboven.
Een aanpak met plaatjes is lastig in dimensie 3.
We pakken het nu anders aan.
Stelling 2
Gegeven is een lijn door de oorsprong ; is een normaalvector van met lengte .
Dan is de projectie van een vector op
gelijk aan: .
De projectie van een vector noemen we .
De projectie is lineair, dat wil zeggen:
,
.
Bewijs
Omdat
lengte heeft, is de lengte van
gelijk aan de absolute waarde van het getal
, dus aan de absolute waarde van
, waarbij
de hoek tussen
en
is.
Daarmee heeft de juiste lengte. Ga zelf na dat de richting ook juist is.
Dat de afbeelding lineair is volgt uit het feit dat het inproduct dat is:
en
.
Nu kunnen we de eigenschappen van de determinant bewijzen.
Bewijs van de eigenschappen
,
en
zijn vier vectoren.
en is het vlak waarin de vectoren
en
liggen;
is een normaalvector van
met lengte zó, dat
positief georiënteerd is.
is de oppervlakte van het parallellogram opgespannen door
en .
Dan , al naar gelang de oriëntatie van
.
Neem even aan dat en
positief georiënteerd zijn, dan
.
Bij andere oriëntaties gaat het ook goed. Dat eigenschap 2 ook op de andere plaatsen in de determinant klopt volgt dan uit eigenschap 4.
Eigenschap 3 volgt ook uit de lineariteit van .
In de volgende opgave leiden we een formule voor de determinant af.
We schrijven ,
en
, dan
.
Neem aan ,
en
.
Als je de eigenschappen van de determinant gebruikt, krijg je, als je uitschrijft zoals in
opgave 77 gedaan is
termen, bijvoorbeeld:
en
enzovoort.
Ga dat na.
Van de uitdrukkingen als en zijn er niet .
Welke zijn dat? Welke waarde hebben ze?
Dus:
.
Leg dat uit.
Gegeven zijn de vectoren ,
en
.
Dan:
.
In plaats van schrijven we wel: .
Een manier om bovenstaande formule voor de determinant te onthouden is de volgende.
Schrijf de kentallen van twee keer op zoals hieronder.
Vermenigvuldig de drie getallen op elke blauwe lijn en tel ze op, dat geeft een getal . Doe dat ook voor de getallen op de oker lijnen, dat geeft een getal . De determinant is .
Voorbeeld
Je kunt een determinant ook op de GR berekenen.
Bereken de volgende determinanten.
,
,
Controleer je antwoorden met de GR.
Gegeven is het parallellepipedum met , , en .
Bereken de coördinaten van .
De inhoud van het parallellepipedum is .
Reken dat na met een determinant.
Wat is de inhoud van het viervlak ? En van viervlak ?
Een viervlak met roosterpunten als hoekpunten heeft een inwendig roosterpunt.
Toon aan dat zijn inhoud minstens is.
Gegeven zijn de vectoren en
. We vragen ons af wat het verband tussen de getallen en
is als het punt
in het vlak met vv ligt.
Dat komt op hetzelfde neer als: .
Leg dat uit.
Schrijf in dat geval het verband tussen en zo eenvoudig mogelijk.
is het vlak met vv , waarbij .
Wat is het verband tussen en als
in ligt?
Schrijf dat verband zo eenvoudig mogelijk.
Bekijk de vergelijking .
Schrijf deze vergelijking zo eenvoudig mogelijk.
De vergelijking is die van een vlak door de oorsprong , zeg
Toon aan dat en in liggen.
Wat je in de vorige opgave gezien hebt geldt algemeen.
Neem aan en
.
De vergelijking
is een vergelijking van het vlak door de
oorsprong waarin de vectoren en liggen, want
en
.
Laat zien dat .
Definitie
Gegeven is een onafhankelijk paar vectoren met
en
.
We definiëren de vector
als
.
We noemen het uitproduct van
en .
Er geldt:
staat loodrecht op en op .
is de oppervlakte van het parallellogram opgespannen door en .
We hebben het uitproduct zó gedefinieerd dat de eerste eigenschap klopt.
De tweede eigenschap volgt uit de eerste:
en
, want
en
.
Dus staat loodrecht op
en op .
Om de derde eigenschap te bewijzen nemen we een vector loodrecht op
en van lengte
en zó, dat positief georiënteerd is.
Dan enerzijds is de oppervlakte van het
parallellogram opgespannen door en , anderzijds het inproduct
van met , maar dat is de lengte
van .
Je kunt het inproduct gebruiken om een normaalvector van een vlak te vinden.
Gegeven is het vlak met pv
.
We zoeken een vergelijking van .
Een normaalvector van is
.
Een vergelijking is dan .
Gegeven zijn de vectoren , en .
Bereken , en .
Gegeven is het parallellepipedum met , , en , zie opgave 82.
Bereken de oppervlakte van het parallellepipedum.
Het uitproduct is niet commutatief en ook niet associatief. Wel gelden de volgende regels (die je met 'uitschrijven' kunt bewijzen).
(identiteit van Jacobi)
en (lineariteit)
Dit maakt de driedimensionale ruimte tot een Liealgebra.
Gegeven zijn de vlakken met vv en en met vv .
Welke speciale vector is voor de vlakken en ?
In de natuurkunde speelt het uitproduct een grote rol. Een voorbeeld is de Lorentzkracht, genoemd naar de Nederlandse wiskundige
Hendrik Lorentz (1853-1928).
Een stroom die door een draad in een magnetisch veld loopt, ondervindt een kracht volgens de regel
, waarbij een constante
is die van de gekozen eenheden afhangt.
Lorentz won de Nobelprijs voor natuurkunde (samen met Zeeman) in 1902. Voor meer informatie zie
Wikipedia
.
In plaats van met je vingers te werken, kun je ook een kurkentrekker werken.
Je draait (over de kleinste hoek) van naar
. Als de kurk in de richting van
draait, dan is positief georiënteerd, anders negatief.